Kort gezegd is dit van toepassing wanneer de discrepantie tussen de investering en de winstgerechtigdheid volgens de belastingdienst buitensporig groot is.
Bijvoorbeeld, dit doet zich voor wanneer een medewerker, met een relatief bescheiden investering, aanspraak maakt op een aanzienlijk deel van de winst van het bedrijf. Ieder geval moet individueel worden beoordeeld, maar dit geldt wanneer het verschil tussen de investering en het recht op winstdeling buitensporig is. Als de Belastingdienst concludeert dat er sprake is van een lucratief belang, wordt de belastingheffing behandeld in box 1 en moet de werknemer reguliere loonbelasting betalen, tot een maximum van 52%.
Dus, een lucratief belang voor een werknemer ontstaat wanneer hij of zij een voordeel ontvangt dat in verhouding tot het geïnvesteerde vermogen of het gelopen risico aanzienlijk hoger is dan normaal. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij werknemersparticipaties, zoals aandelenopties of aandelen in het bedrijf waar de werknemer werkzaam is.
Kenmerken van een lucratief belang:
-
Bovenmatig rendement: Het voordeel dat de werknemer ontvangt, is objectief gezien hoger dan wat reguliere beleggers zouden kunnen verwachten bij een vergelijkbare investering en risico.
-
Relatie met werkzaamheden: Er is een directe link tussen de waardeontwikkeling van het vermogensbestanddeel en de werkzaamheden van de werknemer.
Fiscale behandeling:
Wanneer sprake is van een lucratief belang, worden de voordelen uit dit belang belast in box 1 van de inkomstenbelasting, wat kan leiden tot een belastingtarief van maximaal 49,5% (2023). Dit is aanzienlijk hoger dan de belastingtarieven in box 2 (25%) en box 3 (afhankelijk van het rendement).
Voorbeelden van situaties die als lucratief belang kunnen worden aangemerkt:
-
Aandelenopties: Wanneer een werknemer aandelenopties ontvangt die een rendement opleveren dat niet in verhouding staat tot de investering en het risico.
-
Aandelen in het bedrijf: Wanneer een werknemer aandelen in het bedrijf verkrijgt tegen voorwaarden die een bovenmatig rendement opleveren.
-
Vorderingen: Wanneer een werknemer een vordering heeft waarvan het rendement in belangrijke mate afhankelijk is van de prestaties van het bedrijf.
Belangrijke overwegingen:
-
Waardeontwikkeling: De waardeontwikkeling van het vermogensbestanddeel moet in belangrijke mate afhankelijk zijn van de prestaties van het bedrijf en de werkzaamheden van de werknemer.
-
Financiering: Een te lage rente op een lening van de werkgever in combinatie met een geringe eigen inbreng door de werknemer kan leiden tot de kwalificatie als lucratief belang.
Het is essentieel om bij werknemersparticipaties zorgvuldig te beoordelen of er sprake is van een lucratief belang, aangezien dit aanzienlijke fiscale gevolgen kan hebben. Het is raadzaam om deskundig advies in te winnen om te bepalen of en in hoeverre een bepaald voordeel als lucratief belang wordt aangemerkt. Marc Oostenbroek van Van Loman belasting adviseurs is een betrouwbare partner van Share Council op dit punt, en heeft zelfs zijn proefschrift over dit onderwerp geschreven.